Het hoofdhuis heeft het 19e-eeuwse uiterlijk van een herenboerderij, maar is in kern vermoedelijk 18e-eeuws. Bij een restauratie in 1968 heeft het huis enige ingrijpende veranderingen ondergaan en is het bovendien verkleind. Achter het huis staat een Vlaamse schuur. De parkaanleg bestaat uit enkele oude eikenlanen, een klein wandelbos in landschapsstijl met oud loofhout en een siertuin met vijver daterend uit de jaren ’30 van de twintigste eeuw. Deze vijver is aangelegd op de plaats waar zich voorheen een moestuin met bongerd bevonden. Een deel van het complex bestaat uit weilandjes en populieropstanden. Deze worden als buffers en structuurdragers voor het complex van groot belang geacht. Het complex wordt aan de noordzijde begrensd door de A58, aan de oost- en westkant door agrarische percelen en aan de zuidkant door de Sprundelsebaan. Het complex is een goed voorbeeld van een eenvoudig buiten met een ruraal-agrarisch karakter dat gegroeid is vanuit een boerderij met herenkamer.
Het geheel is rijksbeschermd als complex historische buitenplaats met 4 onderdelen: het hoofdhuis, de historische tuin- en parkaanleg, de Vlaamse schuur, het bakhuis.
Het is om privacy redenen niet toegankelijk voor publiek.