De buitenplaats Berg en Vaart aan de westzijde van de ’s-Gravelandse Vaart is een relatief kleine Amsterdamse buitenplaats, gesticht door de Amsterdamse wijnhandelaar P.J. Eyma en mogelijk naar ontwerp van een zekere Jan Luyten. Het fungeerde als lustoord naast het huis in Amsterdam. Het hoofdhuis van Berg en Vaart is in hoofdlijnen onveranderd sinds de stichting. Vanwege deze hoge mate van gaafheid van het exterieur en de nagenoeg gaaf bewaard gebleven inwendige plattegrond en indeling van de binnenruimten, is het gebouw als zodanig een karakteristiek voorbeeld van een eenvoudig laat 18de-eeuws hoofdgebouw van een buitenplaats.
De structuur en deels in detail gaaf bewaarde kleinschalige historische parkaanleg in landschapsstijl is ook uit het einde van de 18de eeuw (1779-1782). De aanleg kenmerkt zich door een gevarieerde ruimtelijke opbouw, waarin de besloten ruimte om en achter het huis en een panoramisch gezicht over de weilanden aan de achterzijde (vanouds een boomgaard, vgl. de Topografische en Militaire kaart uit omstreeks 1848) de wandeling door het park een groot contrast in perspectiefwerking verleent. Aan de voorzijde een in curven verlopende oprit, die naar voorplein, huis en koetshuis voert. Oprit en voorplein worden door monumentale bomen en boomgroepen (o.a. beuk, esdoorn en eik) en door heesterpartijen (o.a. hulst) geflankeerd. Aan de achterzijde van het huis een zichtas met perspectiefwerking, die over een door heesters en bomen omsloten ruimte (thans gazon met borders) met solitair (zilverspar) voert, zich vervolgens aan de westzijde ter hoogte van een geaccidenteerde bospartij sterk vernauwt en zich ten westen daarvan ter hoogte van het genoemde weiland wederom verbreedt. In het genoemde bos bevindt zich een vijverpartij (waarin een eilandje), met zeer grillig oeverprofiel, een bamboo walk en een patroon van slingerpaden. Het bos vertoont nog deels het sortiment uit de tijd van de aanleg (kastanje, eik, beuk, linde). Er is een oranjerie. Een deel van de borders is later ingericht naar ontwerp van Mien Ruys. Het palmhuis – herbouwd in 2011 op de plaats van een oude fruitschuur die als matig geschikt winterverblijf voor palmachtigen functioneerde – is een van de weinige wintertuinen in Nederland.
Berg en Vaart is rijksbeschermd als complex historische buitenplaats, dus met verschillende onderdelen, zoals het hoofdhuis en de historische parkaanleg.
Foto: Mauro Smit.
Toegankelijkheid
Berg en Vaart is opengesteld voor groepen (min. 10 – max. 20 personen) op aanvraag. Rondleiding door de bewoners zelf. De gehele tuin/park, ook rond het huis, is te bezichtigen. Zie voor meer informatie de website.